Architectuur
architectuurstijlen
Begrippenlijst:
Architectuur: gaat om de kunst en wetenschap achter gebouwde objecten als gebouwen, landschappen, meubelen en interieurs.
Cooperatief: op samenwerking gericht.
Individueel: voor één persoon.
Toegepaste kunst: esthetisch vormgegeven voorwerpen die een functie hebben.
Symmetrie: bij symmetrie in een geheel opgebouwd uit dezelfde stukken.
Maquette: een driedimensionaal model op schaal.
Modernisme: stroming in de bouwkunst waarin men strakke sobere vormen hanteert. De gebouwen zien eruit als blokken of dozen.
Structuralisme: gebouwen met een geometrische structuur, samengesteld uit vaak kleine eenheden die gerelateerd zijn aan de menselijke maat.
Postmodernisme: reactie op het modernisme. Het is architectuur die zich kenmerkt door vrije vormen, uitbundige kleuren, speelse details en verwijzingen naar het verleden.
Supermodernisme: architectuur die gekenmerkt wordt door strak en industrieel uiterlijk. Grote imposante gebouwen en opvallende vormen.
Neotraditionalisme: architectuur vanaf eind twintigste eeuw, tegenreactie op modernisme, terugkeer naar bouwstijlen uit het verleden, inclusief grachten en pleintjes.
Opdracht 3 - architectuurstromingen
Je hebt verschillende gebouwen bekeken en verschillende architectuurstromingen gezien.
a) Welke gebouwen spreken jouw aan?
Moderne woonhuizen
b) Welke van de vijf stijlen past bij jou, bijvoorbeeld oud historisch of moderne nieuwbouw?
Modernisme, omdat ik hou van simpel en strak, geen opvallende kleuren en geen decoratie.
c) Zoek op internet een voorbeeld van een gebouw dat jou aanspreekt. Leg uit hoe dat komt.
Ik vind dit gebouw mooi omdat het strak en simpel is, geen opvallende kleuren en geen decoratie.
d) In welke stijl past het gebouw?
Modernisme
e) Waaraan kun je dat zien?
Moderne industriële bouwmaterialen, geen decoratie en strak.

Opdracht 5 - postmoderne wooncomplex

Opdracht 6 - Tiny house
Te weinig ruimte voor iedereen...
In Nederland en op vast wel meer plekken in de wereld hebben we het probleem dat er te weinig ruimte is voor iedereen. En er is maar één manier om dat op te lossen: Tiny houses. Tiny houses zijn kleine huisjes die alle noodzakelijke spullen en meubilair bevat wat elk ander huis heeft. Om een Tiny house te maken moet je jezelf eerst de volgende dingen afvragen:
- Wat heb je minimaal nodig om te kunnen wonen en studeren?
- Hoe zorg je dat de kosten laag blijven voor je eigen Tiny house?
- Kun je creative oplossingen bedenken wat betreft bouwmateriaal en locatie.
- Heeft ieder een eigen huis nodig of kun je met een groep wonen.
Met deze aandachtspunten zijn ik en mijn groepje aan de slag gegaan met ons Tiny house. We begonnen allereerst met het brainstormen over hoe we ons de Tiny house zo goed mogelijk konden maken. Toen we daarmee klaar waren begonnen we met schetsen (Zie schets tekening hieronder). Dit alles hadden we het eerste uur van de Workshop gedaan. Het andere uur gingen we ons Tiny house daadwerkelijk bouwen.
Bouwen
Het tweede uur ging in en vanaf dat moment ging je groepjes maken en je Tiny house bouwen. Ik zat samen met met Jasper, Thomas en Matthias in een groepje. Eerst gingen we al onze ideeën combineren en opnieuw een schets maken. Dit kostte al best veel tijd en we hadden nu niet meer veel tijd over. We begonnen dus maar snel met bouwen. Eerst de vloer en daarna de wanden. We maakte eerst alle onderdelen en zouden aan het eind alles aan elkaar vast maken.
Coöperatief of individueel
Ons Tiny house is coöperatief omdat we het huis samen hebben gemaakt maar eigenlijk is het individueel omdat alleen de bewoners van het Tiny house er in wonen en niet de makers.
Reflectie
Ik vond het een hartstikke leuke Workshop. Lekker iets ontwerpen en daarna gelijk bouwen. Voordat we begonnen had ik al erg zin in deze Workshop en hoopte ik dat dat ook echt zo zou zijn. Om heel eerlijk te zijn, vond ik het eerste uurtje van de Workshop best wel saai. De Workshopleider ging eerst uitleggen wat een Tiny house precies was en hij ging kijken hoe creatief iedereen was aan de hand van een soort tekenopdracht. Dit gedeelte vond ik dus best saai omdat ik al wist wat een Tiny house was en ik vond ook dat de tekenopdracht niks met deze Workshop te maken had. Het tweede uur vond ik wel super leuk omdat we schetsen gingen combineren en ons Tiny house gingen bouwen. Ik vond het wel jammer dat het tweede uur een beetje krap qua tijd was. Om die reden hebben we ons Tiny house afgeraffeld waardoor het er niet helemaal uit kwam te zien zoals we in ons hoofd hadden. We hebben daarna wel wat lessen gehad om er nog extra aan te werken maar dat had niet heel veel zin voor ons omdat we alles al aan elkaar hadden gelijmd. Het was moeilijk om daarna nog extra dingen in het Tiny house te stoppen en om wat verbeteringen aan te brengen. Al met al vond ik het een super leuk Workshop alleen vond ik het wel jammer dat het tweede uur krap qua tijd was.






Opdracht 7 - wandelend huis
Functie: Het is een verplaatsbaar huis en kan zich door middel van poten zichzelf overal heen verplaatsen.
Vorm: Het huis heeft een vorm van een zeshoek in 3D met poten er aan vast.
Omgeving: Het huis valt op door zijn vorm en neemt weinig ruimte in doordat je met deze vorm goed kan stapelen. De omgeving bevat voornamelijk oude huizen en dit wandelend huis is juist totaal niet oud.
Materiaal: De binnenkant is gemaakt van hout en de buitenkant is gemaakt van metaal.
Constructie: Het wandelend huis is gemaakt met een zeshoekige vorm. Dit hebben ze zo gemaakt dat je de huizen goed kan stapelen waardoor het minder ruimte in neemt.
Visie - wat is de visie van de architect?
Dat je overal kan wonen.
visie - wat wil de architect jou vertellen?
Je kan alles doen met architectuur.
Maak jouw eigen website met JouwWeb